Rijmsoep is een echt Roald Dahl-boek, met tekeningen van zijn vaste illustrator Quentin Blake. Dahl beschrijft in vijftien rijmende verhaaltjes verschillende personages, die volgens de achterflap ‘echte helden’ zijn. Zo dicht hij over een dominee, die bij ‘een preutse oude vrijster’ onder haar rok grabbelt. Maar de vrijster is hier niet van gediend, en ‘"Sorry!” riep dominee. / “In de haast / grabbelde ik / er even naast!”’. Je mag zelf uitmaken wie hier de held is.
Op de pagina ernaast staat een klein gedichtje dat over ongeveer hetzelfde onderwerp gaat. De held hier is ‘een kleine man met zeven vrouwen’ die laat weten dat hij met zeven vrouwen veel meer pret heeft dan met een. Het onderwerp seks is favoriet in Rijmsoep. Of het nu de vrouw is van een rijke lord of de gymjuf, de personages die Roald Dahl opvoert zijn allemaal wel te porren voor een seksueel uitstapje. Dahl beschrijft hun belevenissen met fantasie en humor. De juf geeft aan haar leerling Karel bijvoo…
Lees verder
Rijmsoep is een echt Roald Dahl-boek, met tekeningen van zijn vaste illustrator Quentin Blake. Dahl beschrijft in vijftien rijmende verhaaltjes verschillende personages, die volgens de achterflap ‘echte helden’ zijn. Zo dicht hij over een dominee, die bij ‘een preutse oude vrijster’ onder haar rok grabbelt. Maar de vrijster is hier niet van gediend, en ‘"Sorry!” riep dominee. / “In de haast / grabbelde ik / er even naast!”’. Je mag zelf uitmaken wie hier de held is.
Op de pagina ernaast staat een klein gedichtje dat over ongeveer hetzelfde onderwerp gaat. De held hier is ‘een kleine man met zeven vrouwen’ die laat weten dat hij met zeven vrouwen veel meer pret heeft dan met een. Het onderwerp seks is favoriet in Rijmsoep. Of het nu de vrouw is van een rijke lord of de gymjuf, de personages die Roald Dahl opvoert zijn allemaal wel te porren voor een seksueel uitstapje. Dahl beschrijft hun belevenissen met fantasie en humor. De juf geeft aan haar leerling Karel bijvoorbeeld ‘bijles’: ‘Ze pakte me hier en ze pakte me daar, / ze pakte me overal beet, zowaar.’
Iets anders wat opvalt, is dat Dahl graag over rijke mensen schrijft en ze het liefst ook nog belachelijk maakt. Daarnaast is hij er goed in om van een gruwelijke gebeurtenis een grap te maken, zoals in het verhaal over Hans en Grietje. Dahl doet net alsof zijn versie van het sprookje minder gruwelijk is dan die van de gebroeders Grimm, maar het tegendeel is natuurlijk waar. Verder laat Dahl soms kritiek op de maatschappij horen. In ‘Aladdin en wonderlamp’ zegt hij bijvoorbeeld dat ‘de industrieel en zakenman’ altijd een ander het vuile werk laten opknappen.
Langere gedichten worden afgewisseld met korte gedichtjes waarin één bepaald punt wordt gemaakt. Sommige zijn wat flauw en lijken losse krabbels uit een oud aantekeningenboek. Een voorbeeld hiervan is ‘Contramine’: '"Iene, Martine, Contramine, / hoe staat je tuintje erbij?” / “Ik woon net in een torenflat, / dus vraag dat niet aan mij.”’ Maar het boek eindigt met een veelbelovende knipoog aan de lezer, na het verhaal over djinn Aladdin, die met zijn magie de mensheid betovert: ‘Wie weet verschijnt hij ’n volgend maal / en maakt jou bij toverslag geniaal.’
Sommige verhaaltjes hadden wat korter gekund en worden een beetje saai, zoals ‘De schildpad en de haas’. De stijl is luchtig en toegankelijk. De regels rijmen niet altijd even soepel, maar dat ligt mogelijk ook aan de vertaling uit het Engels. Maar voor ieder groot kind is Roald Dahls Rijmsoep een genot om te lezen én om voor te lezen. [Wilke de Braal]
Verberg tekst