Geïnspireerd door het feit dat het aantal in het wild levende dieren en planten snel afneemt, schreef Piers Torday dit eerste deel van een fantasytrilogie. Hoofdpersoon is de 12-jarige Kester, die gevangenzit in een strenge instelling. Ook daarbuiten is weinig vrijheid. Voedselproducent Factorium heeft de mensen strikte leefregels opgelegd en heeft vrijwel alle dieren en planten uitgeroeid om de afzet van chemisch geproduceerd voedsel veilig te stellen. Op een dag roepen enkele overgebleven dieren Kesters hulp in bij het zoeken naar een medicijn tegen een levensbedreigend virus. Al gauw beseft Kester, die wel met dieren maar niet met mensen kan praten, dat zijn vader de dieren wellicht kan helpen. De tocht naar huis gaat echter gepaard met tal van gevaren. Steeds weer duiken er mensen op die er belang bij hebben dat Kesters missie mislukt. Gelukkig kan hij rekenen op de hulp van de dieren die aan de uitroeiing wisten te ontkomen. Een spannend verhaal dat tot de laatste bladzijde boeit. Vanaf ca. 10 jaar.