Begin 20e eeuw bundelde de Engelse bankier Kenneth Grahame de verhalen die hij aan zijn zoontje vertelde tot het klassiek geworden De wind in de wilgen;

de geschiedenis van de vrienden Rat, Pad, Mol, Das en Otter. Iedereen kan zich terugvinden in hun kwaliteiten en kleine kanten. De wind in de wilgen is avontuur, psychologie en filosofie in één, zonder hoogdravend of moraliserend te zijn.

In 1990 zet Michel Plessix (Patje van het Groenewoud) zich aan het werk om dit prachtig verhaal te verstrippen zodat een nieuwe generatie lezers kan genieten van de avonturen van het vriendenclubje. In het eerste deel Het woeste woud ontmoeten de dieren elkaar en leert de lezer hun karakters kennen. Pad, de aristocraat, zelfingenomen en dol op alles wat met techniek te maken heeft. Mol, verlegen, wereldvreemd, een dromer, een genieter. Rat, pienter, ijverig, joviaal. Das, de patriarch, verdediger van waarden en normen, wijs, een Bourgondiër. Otter de pallieter, vinnig, altijd bezig voor zijn kroostrijk gezin. Mol en Rat worden boezemvrienden maar tijdens een bezoek aan das verdwalen ze in het woeste woud.

Deel twee begint wanneer de twee verdwaalden alsnog bij Das arriveren en er genieten van diens gastvrijheid. Samen nemen ze zich voor in de lente Pad van zijn nieuwe passie voor automobielen af te helpen daar hij zichzelf en anderen in gevaar brengt. Maar Pads verslaving brengt hem tot gemene listen en hij ontvlucht het wakende oog van Rat, Das en Mol.

Michel Plessix die zowel scenario, tekeningen als inkleuring voor zijn rekening neemt, tovert een wonderlijke wereld op papier. Een sublieme grafische stijl leidt de personages doorheen het verhaal. Alles komt tot leven: het kleinste diertje, de grootste boom, het miniemste grassprietje, zelfs de standbeelden zijn niet langer standbeelden. Het huis van Das, de picknickplaats in het bos, de rechtbank, de kibbelende egels alles noopt tot lezen en herlezen, maar vooral tot kijken en herbekijken en telkens opnieuw nieuwe dingen ontdekken. Een heerlijk stripverhaal, een majestueus prentenboek. [Werner Verrelst] Verberg tekst

'De wind in de wilgen' van Kenneth Grahame is een echte jeugdklassieker met de avonturen van Mol en zijn vriend Rat, mijnheer Das, de patserige Pad en vele andere dieren. Ze leven allemaal als echte (Britse) gezeten burgers in hun huisjes (of een buiten, zoals Pad), waar ze veilig en comfortabel wonen zonder angst voor armoe en gebrek en waar iedereen onuitputtelijke voorraden heerlijkheden heeft. Deze (niet afzonderlijk leesbare) strip bevat de hoofdstukken 4-6 waarin Rat en Mol verdwalen in het Woeste woud en bij Das onderdak vinden en Pad de ene na de andere auto verslijt en tot slot voor twintig jaar de gevangenis in moet voor joy-riding. De ballonstrip volgt het boek op de voet met aardige, zorgvuldig ingekleurde aquareltekeningen die goed de sfeer benaderen. De tekst hinkt wel wat op twee gedachten: enerzijds is geprobeerd het wat gedragen taalgebruik uit het origineel te benaderen, anderzijds is daar soms een wat populistisch toontje. Wordt gevolgd door 'De grote ontsnapping'. Om samen te lezen vanaf ca. 6 jaar. Zelf lezen vanaf ca. 10 jaar. Verberg tekst