Ik zou er een boek over kunnen schrijven! Een familiefeest is niet geslaagd als deze uitspraak niet valt, het liefst begeleid door een handgebaar dat duidelijk maakt hoe volumineus het boekwerk wel niet zou zijn. En alle toehoorders knikken instemmend, en iedereen weet dat het nooit zover zal komen.
De Oostenrijkse schrijfster Lida Winiewicz deed het wel. Jarenlang had ze een buitenhuis op het platteland waar ze buurvrouw Christine leerde kennen, een oude boerin die van dat buitenverblijf gebruikmaakte om zich af te zonderen in overpeinzingen en terugblikken op haar welgevulde leven. Winiewicz luisterde aandachtig, tekende met sobere pen het levensverhaal op en laat en passant de twintigste eeuw in volle glorie schitteren.
Het chronologisch vertelde verhaal begint armzalig en klein, als was het een door Joseph Roth geschreven versie van Het gezin Van Paemel. De oude vrouw groeit op als een van zes kinderen in een gezin dat zelfs het predicaat keuterboer niet verdient…Lees verder
Ik zou er een boek over kunnen schrijven! Een familiefeest is niet geslaagd als deze uitspraak niet valt, het liefst begeleid door een handgebaar dat duidelijk maakt hoe volumineus het boekwerk wel niet zou zijn. En alle toehoorders knikken instemmend, en iedereen weet dat het nooit zover zal komen.
De Oostenrijkse schrijfster Lida Winiewicz deed het wel. Jarenlang had ze een buitenhuis op het platteland waar ze buurvrouw Christine leerde kennen, een oude boerin die van dat buitenverblijf gebruikmaakte om zich af te zonderen in overpeinzingen en terugblikken op haar welgevulde leven. Winiewicz luisterde aandachtig, tekende met sobere pen het levensverhaal op en laat en passant de twintigste eeuw in volle glorie schitteren.
Het chronologisch vertelde verhaal begint armzalig en klein, als was het een door Joseph Roth geschreven versie van Het gezin Van Paemel. De oude vrouw groeit op als een van zes kinderen in een gezin dat zelfs het predicaat keuterboer niet verdient. Vader is steenhouwer, wat betekent dat hij amper geld binnenbrengt en niet oud zal worden. Moeder is in dienst bij twee boeren, ruilhandel tekent immers de lokale agrarische economie: ze mogen hun geiten laten grazen op een stukje grond van een boer en ze bewonen een huisje van een andere boer, in ruil moet ze klusjes uitvoeren voor beiden.
Bokrijk
De jeugdjaren van de boerin worden gemarkeerd door gemis. Eten, in de eerste plaats. Maar ook schoenen hebben ze niet, hygiëne en geneeskunde zijn nagenoeg afwezig en vrije tijd is een mythe. De vertelster vertelt honderduit, 'nu ik toch op mijn praatstoel zit'. Haar relaas heeft wat weg van een wandeling door Bokrijk waar huisjes verschillende onderdelen van het agrarische leven van een eeuw geleden belichten. Van de lemma's voeding en werk via onderwijs naar leven, liefde, kinderen en de alomtegenwoordige dood.
Authentiek
Behendig vermijdt Winiewicz hierbij de valkuilen van goedkoop sentiment en effectbejag, het is de lankmoedige verteltrant die aan dit relaas een bij momenten erg ontroerende authenticiteit verleent. 'Ik geloof dat mijn vader heel mooie grafstenen maakte. Wij hadden ons van ons leven niet zo'n grafsteen kunnen veroorloven.'
Volkse wijsheden kruiden daarbij het relaas. Over Rosi, haar schoonmoeder die er in slaagt iedereen rond zich in het verderf te storten, klinkt het: 'De twee voortanden van Rosi waren langer en smaller dan de andere en een beetje spits. Ze zeggen dat vrouwen met zulke tanden satansbruiden zijn.'
Het verhaal ondergaat stroomversnellingen als Christine als jong meisje wordt uitbesteed aan verschillende boerderijen, een bakkerij en gedurende twee jaar een herberg om tegen kost en inwoon het allround ambacht van vrouw te leren. Een boerin moet immers alles goed kunnen: dieren verzorgen, het land bewerken, naaien en breien, koken, bakken, karnen, roken, wassen en plassen, de lijst van taken is schier eindeloos.
Op één van de boerderijen waar ze als meid inwoont, leert ze de liefde van haar leven kennen. En de sterren mogen ook eens een keertje goed staan, ze trouwen, krijgen kinderen en slagen er warempel in zich op te werken op de maatschappelijke ladder.
Oorlog
Een keizer sterft, later komt Hitler op de proppen. Amerikanen laten zich even zien en nadien Russen. Er is één constante: oorlogen komen en oorlogen gaan. Vaders, broers, mannen en zonen trekken naar wisselende fronten om in het beste geval jaren later gehavend opnieuw op te duiken. Op de verre achtergrond leeft de grillige twintigste eeuw zich uit. Nu en dan drukt ze onverbiddelijk haar stempel op dit authentieke boerenleven, maar minstens zo indringend zijn de kleine veranderingen dichterbij: industriële omwentelingen die het boerenleven opkrikken, kleine geldsommen van familieleden in Amerika die soelaas bieden, een plattelandsmaatschappij die zich traag ontrukt aan de stringente armoede die haar eeuwenlang kenmerkte.
Lees dit franjeloze, eerlijke relaas. Het speelt zich af in een ander land, maar ook het nooit geschreven verhaal van je eigen familie schemert er onverbiddelijk in door.
Vertaald door Elly Schippers, Querido, 160 blz., 20 €.
Verberg tekst