Wat valt er nog voor nieuws te zeggen over een roman die al sinds 1937 wordt gelezen en gerecenseerd? De filmtrilogie brengt De hobbit uiteraard een stuk dichter bij een aantal generaties die er nog niet mee in aanraking zijn gekomen. Hoewel het verschil tussen de roman en de film naar goede traditie hemelsbreed is. Het verhaal vraagt nauwelijks om een samenvatting. Bilbo Balings, een huiselijke hobbit, wordt op een blauwe maandag door Gandalf de Grijze, een tovenaar, meegesleurd op een avontuur waar hij aanvankelijk helemaal geen zin in heeft. Samen met een troep dwergen moet hij de schat in de Eenzame Berg van onder de draak Smaug roven, het liefst met als eindresultaat dat de draak er het leven bij laat. Anders dan de zes boeken over Frodo’s avontuur (In de ban van de ring) vindt er in De hobbit een flink stuk meer actie plaats, maar nog niet zoveel als de films doen vermoeden – die bulken van de overbodige special effects. Voornamelijk de oorlog aan het einde …
Lees verder
Wat valt er nog voor nieuws te zeggen over een roman die al sinds 1937 wordt gelezen en gerecenseerd? De filmtrilogie brengt De hobbit uiteraard een stuk dichter bij een aantal generaties die er nog niet mee in aanraking zijn gekomen. Hoewel het verschil tussen de roman en de film naar goede traditie hemelsbreed is. Het verhaal vraagt nauwelijks om een samenvatting. Bilbo Balings, een huiselijke hobbit, wordt op een blauwe maandag door Gandalf de Grijze, een tovenaar, meegesleurd op een avontuur waar hij aanvankelijk helemaal geen zin in heeft. Samen met een troep dwergen moet hij de schat in de Eenzame Berg van onder de draak Smaug roven, het liefst met als eindresultaat dat de draak er het leven bij laat. Anders dan de zes boeken over Frodo’s avontuur (In de ban van de ring) vindt er in De hobbit een flink stuk meer actie plaats, maar nog niet zoveel als de films doen vermoeden – die bulken van de overbodige special effects. Voornamelijk de oorlog aan het einde van het verhaal is een levendig voorbeeld van de actie in de roman, tot J.R.R. Tolkien zijn hoofdfiguur handig in slaap laat vallen in het midden van de strijd.
Stilistisch is het een roman die uiteraard in een geheel andere traditie staat dan wat er vandaag wordt gepubliceerd, ondanks de revival van de avontuurlijke fantasythema’s. De schrijfstijl is dan ook een stuk meer beschrijvend – volgens sommigen langdradig – dan bijvoorbeeld de boeken van Raymond E. Feist (‘Magiër’). Tolkien let bijzonder goed op zijn sfeerschepping, waardoor er soms een overbodig detaillistische beschrijving van een dis wordt aangedragen, van kamperfoeliegeuren die de lucht boven een weide vullen, en dergelijke meer. Maar wie zich laat meeslepen en wie van de mooie zinsstructuren (ook in de vertaling) geniet, kijkt door dat lichte euvel heen. Het hoeft niet altijd even snel te gaan. Tolkien leent voor zijn thematiek en voor de wereld die hij schept zeer veel van de Germaanse mythologie. Draken, elfen, dwergen, trollen, orks, mysterieuze bergen en bossen, noem maar op. Mede daardoor staat hij nog met een stevige voet in de romantische traditie, wat het ook gemakkelijker maakt om hem zijn beschrijvingen te vergeven. Hij zet de mythe naar zijn hand en creëert een herkenbare wereld, met een aantal zeer goed gevonden toevoegingen. Andere talen (elfentaal, dwergentaal en de taal van de orks), een eigen landkaart (Midden-Aarde), nieuwe volkeren (de hobbits), enzovoort. Het is een rechtuit geschreven avonturenroman die zeker het lezen waard is. Het boek heeft niet veel meer om het lijf dan wat er in staat, maar qua ontspanningsliteratuur is het een hoogstaand staaltje taalvaardigheid. De roman, die Tolkien oorspronkelijk voor zijn kinderen uitdacht als verhaaltje voor het slapengaan, is een evergreen die jongeren en kinderen zal blijven aanspreken en nog vele generaties fantasierijke schrijvers zal inspireren. [Pauwel De Wilde]
Verberg tekst