Kan kunst de wereld redden? Laten we onszelf niets wijsmaken, bezweert Jeroen Olyslaegers in zijn nieuwe roman Winst: 'Ooit komen alle beesten weer spoken'.
Jaren geleden was Donald de propagandist van een groep beloftevolle kunstenaars, die hij promootte op alternatieve wijze, zonder de platgetreden paden te betreden. Maar geen van zijn protegés is internationaal doorgebroken. De gevestigde dealers en galeristen laten Donald voelen dat hij de boot gemist heeft. Onze held leurt met een lege doos.
Waarom zou de letterlijk steenrijke diamantair Pluim die doos dan opeens willen kopen? Pluim huurt Donald in als curator van een tentoonstelling over 'zijn' generatie. Waar? Berlijn. Budget? Een Visa Gold Card. Pluim hoopt dat de kunstenaars de wereld van een nieuwe visie zullen voorzien. Een vreemd idee: de kunstenaars die het gisteren niet haalden, zouden nu de toekomst moeten maken? Wie maakt men hier iets wijs?
Zichzelf! Zelfbegoocheling is belangrijk inWinst, de nieuwe Jeroen Olyslaegers. Het begint al in de eerste zinnen van hoofdstuk 1: 'Zo kan het dus ook. De goden en godinnen hoeven geen slechte dag te houden. Het noodlot blijkt soms verschalkt te kunnen worden.' Zelfoverschatting. Naïef optimisme. 'De echte vijand is zelfbedrog', laat Olyslaegers Donald verkondigen. En: 'De enige remedie is zelfkennis.' Om de lezer op een dwaalspoor te brengen, laat hij Donald vervolgens denken: 'Ik kwam wellicht wat pompeus uit de hoek, maar op dit moment kan het wel.' Het thema, vermomd als woordenkramerij.
En 'pompeus uit de hoek komen', dat is Olyslaegers' sterkte. Zijn stijl is gedragen, zijn zinnen zijn geschreven om met eikenhouten stemgeluid te worden voorgedragen. Olyslaegers danst op de koord die is gespannen tussen monumentaal en over the top, tussen cool en aanstellerig. En hij haalt glorieus de overkant.
Dementie
Winst speelt zich niet af in het heden, maar in een nabije toekomst. De euro is gevallen, men betaalt in euromarken. Zonnestormen beïnvloeden het leven op aarde: de zomer is eindeloos, soms vallen mobiele netwerken uit. Iedereen zit op hét Netwerk (lees: Facebook). Herkenbaar allemaal. De overheid weet veel over ons, meer dan we weten, want we hebben zelf geen inzage in die databanken. En net als in onze realiteit, wordt met dat sluipende verlies van privacy en basisrechten al te laconiek omgesprongen.
Deze opwarmende wereld, die het verleden en het geheugen heeft afgezworen ('Weg met het geheugen. Alles fris en nieuw'), wacht op Iets Nieuws. Er staat iets te gebeuren en als het van Pluim afhangt, zal zijn tentoonstelling de vonk in het kruitvat zijn.
In de interessantste verhaallijn van het boek komt Olyslaegers op de proppen met pillen tegen dementie. De bejaarden die al jaren in tehuizen, bewusteloos en toch bij bewustzijn, op hun einde zaten te wachten, krijgen hun helderheid terug. Donald wordt opgescheept met zijn grootmoeder. Zij heeft weet van dingen. Ze weet welke schuld haar en Donalds familie op zich geladen heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog. (De Tweede Wereldoorlog, Duitsland, Berlijn: kijk, de cirkel is rond.) En zij, 'de bijenkoningin', weet dat wat er in de wereld gaande is, niet meer onder controle is. Ze wil van geen nee weten en gaat met Donald mee naar Berlijn. Daar speelt zich de tweede helft van het boek af.
Braamstruik
In de eerste helft isWinst zowel een roman als een notitieblok: de vorm die Olyslaegers vond voor heel uiteenlopende onderwerpen, commentaren en personages. Het gaat dus over het verdwijnen van privacy, over het democratische deficit van Europa, over de sublieme agressie en de verschrikkelijke teleurstellingen van de liefde, over dementie, enzovoort. In het voorbijgaan typeert Olyslaegers een bejaard koppel in de trein: 'Ooit, misschien nog niet zo lang geleden, moet hij naast zijn echtgenote wakker zijn geworden met de gedachte dat zij nauwelijks merkbaar in zijn nar was getransformeerd. Altijd opgewekt probeert deze olijkerd hem elke dag weer uit een doelloosheid te tillen die van hem een koning in ruste maakt, een King Lear op xanax.' De humor van een scheermes.
Hoogst merkwaardig, dus, dat de auteur zijn scherpte verliest in de tweede helft. Zijn protestbeweging, de 'Positief Autonomen', is één groot cliché: hippies, biologische groenten, eindeloze vergaderingen en weed. Zich verliezend in het gebabbel van te veel nevenpersonages, verwaarloost Olyslaegers zijn spanningsboog. En als de finale dan eindelijk komt, blijkt het een deus ex machina, weggelopen uit een roman van Paul Mennes.
Misschien had de roman al veel eerder zijn kruit verschoten, namelijk in de proloog, het hoofdstuk 'nul'. Hier geeft Olyslaegers het woord aan een naamloze instantie die in elk van ons woont. Deze instantie vertelt een cruciale jeugdherinnering van Donald. Hoe hij op vakantie ging met kunstenaarsvrienden, mensen bij wie hij wou horen, maar die toch fundamenteel anders waren. Hoe Donald een braamstruik ontdekt die een boom aan het wurgen is. Hoe hij die braamstruik te lijf gaat, tot hij er bijna aan bezwijkt. 'Je hoorde de draak grinniken. Het was nog niet volbracht. [...] "Kom maar," zei de draak lachend, "ik ben altijd klaar voor een triest gevecht." Het vale licht van de maan deed een bodemloze angst ontstaan bij jou. Zo lopen krijgers naar een met bloed doordrenkte aarde voor het ultieme gevecht.'
Wie is het wezen dat tot Donald spreekt? God of duivel, een genetische kern van dierlijkheid? Wie zijn Bijbel een beetje kent, weet dat God zich weleens uitdrukt via een (brandende) braamstruik. Wie is de draak die Donald te lijf gaat? God of duivel, het dier in ons dat we moeten overwinnen? 'Ooit komen alle beesten weer spoken.'
Dat 'nul'-hoofdstuk is literair perfect: een intrigerende, verrassende, aangrijpende, ondoorgrondelijke verhaalkern. Mocht het helemaal achterin hebben gestaan, je zou het boek als geheel beter vinden. Maar het staat pal vooraan en daarmee is de lat zo hoog gelegd dat Olyslaegers zich een nekkramp moet schrijven om het hout zelfs maar in het zicht te kunnen houden.
DE AUTEUR: Vlaams schrijver, ook bekend van theaterteksten. Zijn vorige roman, 'Wij', dateert van 2009.
HET BOEK: Kunsthandelaar maakt een tentoonstelling die het uitgeputte Europa van frisse ideeën moet voorzien.
ONS OORDEEL: begint sterk, maar verliest scherpte.
JEROEN OLYSLAEGERS
Winst.
De Bezige Bij Antwerpen, 344 blz., 19,95 ?.
Verberg tekst