Dit is het vijfde boek van Hieke van der Werff over het meisje Lisa, haar familie en haar vrienden en vriendinnen op school. Lisa, 12 jaar oud, zit in de laatste klas van de lagere school. Ze is verliefd op Niels. Als haar vader een elektrische piano koopt, krijgt ze interesse voor muziek. In een oud muziekboek vindt ze een geretourneerde liefdesbrief van haar oma uit 1945, die toen dertien was. De brief is eigenlijk een lied, met tekst en muziek, over het definitieve vertrek van een geliefde jongen. Lisa gaat op zoek naar het verhaal achter de brief. Ze ontdekt dat oma Matty toen verliefd was op de joodse jongen Jos, die bij haar thuis ondergedoken zat. Samen maakten ze liedjes over wat ze voor elkaar voelden, Matty schreef er de muziek voor en Jos maakte daar tekeningen bij, over hen samen, over hemzelf, de ondergedoken mol, en over Matty, zijn muisje. Lisa vindt het boek met de liedjes en de tekeningen. Het verhaal van Matty en Jos en het schetsboek inspireren haar en haar vrienden…
Lees verder
Dit is het vijfde boek van Hieke van der Werff over het meisje Lisa, haar familie en haar vrienden en vriendinnen op school. Lisa, 12 jaar oud, zit in de laatste klas van de lagere school. Ze is verliefd op Niels. Als haar vader een elektrische piano koopt, krijgt ze interesse voor muziek. In een oud muziekboek vindt ze een geretourneerde liefdesbrief van haar oma uit 1945, die toen dertien was. De brief is eigenlijk een lied, met tekst en muziek, over het definitieve vertrek van een geliefde jongen. Lisa gaat op zoek naar het verhaal achter de brief. Ze ontdekt dat oma Matty toen verliefd was op de joodse jongen Jos, die bij haar thuis ondergedoken zat. Samen maakten ze liedjes over wat ze voor elkaar voelden, Matty schreef er de muziek voor en Jos maakte daar tekeningen bij, over hen samen, over hemzelf, de ondergedoken mol, en over Matty, zijn muisje. Lisa vindt het boek met de liedjes en de tekeningen. Het verhaal van Matty en Jos en het schetsboek inspireren haar en haar vrienden voor een korte musical, die ze willen brengen op het slotfeest van het schooljaar. Een actueel element daarbij is een racistisch incident met een paar van Lisa's klasgenoten. Met hun musical pleiten ze voor een gemeenschap met meer begrip en minder discriminatie. Ook het afscheid van Lisa en haar vriendje Niels, die met zijn moeder naar een andere stad verhuist, speelt daarbij een rol. Met haar detectivewerk en de musical verwerkt Lisa haar verdriet een beetje, brengt ze licht in een duister moment uit het verleden van haar oma en lost ze een racistisch conflict op waarbij klasgenoten betrokken waren.
De verweving van de verschillende verhaaldraden en het grote aantal personages die daarin een rol spelen, maakt het verhaal niet altijd zo duidelijk. Daartoe dragen ook de soms wat vage verwijzingen naar vorige delen van de serie bij, bv. naar een halfzus van Lisa, die in dit verhaal wel geen rol speelt. Wat in het begin van het boek verteld wordt over mineur en majeur, over mollen en kruisen in de muziek, zal menige lezer er op dat moment vast nogal kunstmatig bijgesleurd lijken en wellicht niet zo verstaanbaar. De 'toelichting' achterin het boek maakt veel duidelijk, maar vóór de lezer daarvan kennis neemt, heeft hij het boek wel al gelezen met de hele tijd een tekort aan informatie. Het detectivespelletje van Lisa én de actie van het musicalgroepje om een eind te maken aan de racistische bedreiging van een van zijn leden, leiden toch nogal makkelijk tot succes. Ze doen wat denken aan de knappe-jongens-en-meisjes-clubjesboeken van een paar decennia geleden, waarin kinderen, vooral jongens dan, handig misdaden oplosten of geheimen ontsluierden. Toch zullen jonge lezers het bij dit verhaal wel fijn vinden dat leeftijdgenoten van hen zo vindingrijk en doortastend een gebeurtenis van zestig jaar geleden kunnen ophelderen en dat ze een wat domme jongen met racistisch gedrag tot beter inzicht kunnen brengen.
Het verhaal wordt verteld in korte zinnen met heldere woorden. In de weergave van de dialogen probeert de schrijfster echter de taal van Nederlandse jongeren te gebruiken, niet zozeer in de woordkeuze maar wel in de zinsstructuur. Zo komen er nogal wat verkorte zinnen voor in dit verhaal die Vlaamse lezers wel eens op het verkeerde been kunnen zetten. Daarnaast zijn de dialogen soms nogal wijdlopig, doordat er allerlei redundante zinnetjes zijn in opgenomen, die eigenlijk niet zoveel zeggen maar die weergeven hoe jongerengesprekken vaak verlopen, allerlei clichés, melige grapjes, plagerige reacties, enz. inbegrepen.
Alles bij elkaar is dit geen opvallend of bijzonder boek. Het kan lezers van tien jaar en ouder die niet struikelen over mollen, kruisen en Nederlandse jongerentaal, wel laten opgaan in wat een hecht vriendengroepje beleeft bij de voorbereiding van een nummer voor het schoolslotfeest, en ze enig inzicht geven in de pijnlijke situatie van het ondergedoken moeten leven, zowel tijdens de nazibezetting als in een hedendaagse gemeenschap die uitgeprocedeerde asielzoekers zo snel mogelijk naar hun soms gevaarlijke land van herkomst wil zien verdwijnen.
De omslagillustratie en de tekeningen in zwart-wit geven de personages uit het boek een herkenbaar gezicht en geven ze het verhaal een rijk infuus van levendigheid en authenticiteit. [Herman De Graef]
Verberg tekst