Herman Brusselmans herneemt het personage Guggenheimer en laat de plot boven de roman zweven als een zwaard van Damocles.
Waar is de tijd dat Herman Brusselmans aankondigde te stoppen met schrijven? Anno 2012 loopt hij zichzelf voor de voeten. Zijn vorige roman,Watervrees bij een verdrinking, staat op de longlist van de Ako Literatuur Prijs. Dat is niet zo heel verrassend, want over Watervrees werd gefluisterd dat het ergens over ging. Het boek had een Onderwerp: de breuk tussen Brusselmans en zijn Tania, in de romans bekend als Phoebe.
Een Brusselmans met een onderwerp: ongehoord, ongezien, stop de persen! Was dit een omslagpunt in zijn exuberante oeuvre? Het moment waarop hij zijn stilistische creativiteit eindelijk eens aanwendt voor iets anders dan de geeuwverwekkende leegte die te veel van zijn romans karakteriseert? En vooral: zou het bij een opflakkering blijven of...?
Op het eerste gezicht is Guggenheimer in de mode 'meer van hetzelfde'. Na een afwezigheid van twaalf jaar, is hij terug: de onweer- en onuitstaanbare praatjesmaker die tv-bons werd, daarna reclame-mogul en tussendoor …Lees verder
Waar is de tijd dat Herman Brusselmans aankondigde te stoppen met schrijven? Anno 2012 loopt hij zichzelf voor de voeten. Zijn vorige roman,Watervrees bij een verdrinking, staat op de longlist van de Ako Literatuur Prijs. Dat is niet zo heel verrassend, want over Watervrees werd gefluisterd dat het ergens over ging. Het boek had een Onderwerp: de breuk tussen Brusselmans en zijn Tania, in de romans bekend als Phoebe.
Een Brusselmans met een onderwerp: ongehoord, ongezien, stop de persen! Was dit een omslagpunt in zijn exuberante oeuvre? Het moment waarop hij zijn stilistische creativiteit eindelijk eens aanwendt voor iets anders dan de geeuwverwekkende leegte die te veel van zijn romans karakteriseert? En vooral: zou het bij een opflakkering blijven of...?
Op het eerste gezicht is Guggenheimer in de mode 'meer van hetzelfde'. Na een afwezigheid van twaalf jaar, is hij terug: de onweer- en onuitstaanbare praatjesmaker die tv-bons werd, daarna reclame-mogul en tussendoor de belangrijkste Vlaamse uitgever. Guggenheimer, de held van drie eerdere romans, is Brusselmans' tweede meest beklijvende personage. Alleen Louis Tinner, de mistrantope bibliothecaris uit het onverwoestbare De man die werk vond (1985), gaat Guggenheimer voor. Welk Brusselmans-creatuur zou naast die twee kunnen staan? Danny Muggepuut? Komkom.
Guggenheimer is een onmogelijk mens. Een extreem zelfverzekerde betweter die iedereen omver praat. Een man die erin slaagt zich altijd in de slachtofferrol te manoeuvreren. Al doet zijn omgeving haar uiterste best om het hem naar de zin te maken, Guggenheimer vindt altijd een manier om zich beledigd te voelen, altijd iets om zich aan te ergeren. Enig koketteren met zijn Joodse wortels helpt ook altijd. Als Louis Tinner een loser is, dan vormt Guggenheimer zijn tegenbeeld: de geboren winnaar.
Lelijke jurken
Wie verder kijkt, vindt een boek dat toch meer is dan meer van hetzelfde. Het valt op dat Brusselmans met de jaren steeds extremer elk vermoeden van een plot uit zijn boeken is gaan weren. Deed Guggenheimer in de vorige delen nog moeite om zijn doel te bereiken, dan gebeurt er nu heel lange tijd niets. De man loopt van café naar restaurant naar frietkot naar café. In feite presenteert Brusselmans in de eerste honderd bladzijden een doorlopende monoloog: alleen het decor en de (zwijgzame) personages tegen wie Guggenheimer praat, wisselen.
Wanneer gaat hij nu in de mode, vraagt de lezer zich af, want de titel heeft dat toch beloofd. En regelmatig doet Guggenheimer zijn beklag over de lelijke jurken die vrouwen 'tegenwoordig' dragen. Overal ziet hij bruin. 'Het was een lichtbruine jurk met donkerbruine vlekken erin, en al dat bruin zorgde voor zo'n kakofonie van monochromie dat je ogen hun eigen verbijstering niet geloofden.' (Daarnaast heeft Guggenheimer ook een probleem met 'Bruine Mannen'. Wie weet ontwaren wij hier een Verband.)
'De vrouwenklerenindustrie is totaal het noorden kwijt', denkt Guggenheimer al op bladzijde 24. Hij ziet het zelfs ruimer: 'De schoonheid was afgemaakt met een lading hagel in haar kanis, en de lelijkheid werd door de grote voordeur binnengelaten en op een gouden troon gezet. Nu was Guggenheimer altijd pro-schoonheid geweest en contra-lelijkheid, dus die materie hield hem wel bezig.' De plot hangt als een zwaard van Damocles boven de roman, maar Brusselmans heeft geen haast om het ding te laten neerkomen.
Meer dan ooit schrijft Brusselmans van zin tot zin: de plot staat eindeloos on hold en zin na zin krijgen we hersenschokkende onzin te lezen. Na een poosje hikte ik weer tegen de leegte aan, maar niettemin: je het moet het toch maar doen, regel na regel, grap na grap, als het bouwen van een kaartenhuis van steeds grotere on- en waanzin.
Zelfs wie geen fan is van Brusselmans' stijl zal moeten erkennen dat Watervrees en deze Guggenheimer in de mode twee goede boeken zijn op een jaar tijd. Het is duidelijk: er is iets aan het gebeuren in het oeuvre van Vlaanderens bekendste langharige.
De spraakmaker van de week
DE AUTEUR: geliefd door velen, verguisd door anderen, schrijver van 'Ex-drummer', 'Heden ben ik nuchter' en 'De man die werk vond'.
HET BOEK: een vierde roman voor het Guggenheimer-personage, een kaartenhuis van steeds grotere on- en waanzin.
ONS OORDEEL: Brusselmans' tweede goede boek op een jaar tijd.
Verberg tekst