Kleine Beer wil wel eens meezingen met al die vogels die hij zo vaak om zich heen hoort. Helaas lukt het slecht. Daarom probeert hij een vogel te worden. Eerst door te gaan zweven en daarna door een namaaksnavel op te zetten. Het helpt niet. Uiteindelijk kan een uil hem overtuigen dat Kleine Beer zo zijn eigen talenten heeft. Dat helpt wel, en de vierpoter somt vervolgens met plezier alles op wat hij kan. Zodoende blijkt Kleine Beer weliswaar geen zanger, maar wel een rapper te zijn. Moe maar voldaan zoekt hij daarna zijn bed op. Vrij doorsnee prentenboekverhaaltje dat wordt gepresenteerd in eenvoudig rijmschema met een wat onevenwichtig metrum. De dubbelpaginagrote, weinig expressieve computeranimatie-illustraties die het verhaal begeleiden, zijn vrolijk en kleurrijk maar missen eigenheid. Geen onmisbare uitgave, zeker gezien het grote aantal prentenboeken dat ook over dit thema wordt uitgebracht. Vanaf ca. 4 jaar.