Bram wordt door zijn vader opgehaald uit school. Net wanneer ze op de fiets zitten, moet Bram plassen. Papa vraagt hem het nog op te houden, wat Bram met veel moeite doet. Wanneer ze dan eindelijk hun straat naderen, krijgen ze lekke band. Bram springt van de fiets en holt het laatste stukje naar huis. Maar thuis zit zijn broer beneden op toilet en zijn mama boven in bad. De buurvrouw hoort hem niet en de buurman is te druk bezig met het verjagen van katten in de tuin. En zo gaat de zoektocht van Bram verder tot hij opgelucht staat te plassen tegen een boom op het plein. Wat hij niet verwacht, is dat er een fanfare achter zijn rug opdoemt. Hij draait zich om en plast van de schrik recht in de uitgang van de hoorn.
Ik moet zo nodig! heeft een sterk slapstickgehalte. De tekeningen spelen hierop in: er wordt rondom Bram nogal wat gewaterd. Fonteinen sproeien, de buurman kiepert emmers water over de katten heen, honden plassen, zeepbellen komen de badkamerdeur uit. Zelfs de …
Lees verder
Bram wordt door zijn vader opgehaald uit school. Net wanneer ze op de fiets zitten, moet Bram plassen. Papa vraagt hem het nog op te houden, wat Bram met veel moeite doet. Wanneer ze dan eindelijk hun straat naderen, krijgen ze lekke band. Bram springt van de fiets en holt het laatste stukje naar huis. Maar thuis zit zijn broer beneden op toilet en zijn mama boven in bad. De buurvrouw hoort hem niet en de buurman is te druk bezig met het verjagen van katten in de tuin. En zo gaat de zoektocht van Bram verder tot hij opgelucht staat te plassen tegen een boom op het plein. Wat hij niet verwacht, is dat er een fanfare achter zijn rug opdoemt. Hij draait zich om en plast van de schrik recht in de uitgang van de hoorn.
Ik moet zo nodig! heeft een sterk slapstickgehalte. De tekeningen spelen hierop in: er wordt rondom Bram nogal wat gewaterd. Fonteinen sproeien, de buurman kiepert emmers water over de katten heen, honden plassen, zeepbellen komen de badkamerdeur uit. Zelfs de lekke fietsband doet 'pssssssssss'. Onmiddellijk bij het bekijken van het boekje vallen de uitbundige prenten op. Buiten de vele ? al dan niet plassende ? honden en katten zie je troepen bontgekleurde vogels en hier en daar een kip. Ze maken de tekeningen lekker chaotisch en vrolijk. Zoals in ander werk van Noëlle Smit valt de gelijkenis op met de stijl van Fiep Westendorp. Dat is trouwens niet als kritiek bedoeld: de prenten barsten van energie en kleur en zijn erg aanstekelijk. Ook al zijn ze niet echt vernieuwend of anders, er is in deze illustraties liefde en zorg gestoken. Ze charmeren de lezer onmiddellijk.
De beknopte zinnen van Fiona Rempt ondersteunen het verhaal: ze dienen als leidraad om de illustraties te interpreteren. De illustraties vertellen echter veel meer dan de tekst. De grappigste prent is degene die helemaal achteraan op de binnenkaft staat, wanneer het verhaal al is afgelopen. De boze muzikant laat zijn hoorn vol urine uitlekken op de grond. En op de titelpagina zie je Bram op een stoeltje een glas met een rietje drinken, waarmee het probleem van het verhaal gesteld is. Dit boekje is zeer zeker geen zoveelste versie van zindelijkheidstraining voor kinderen, maar een verhaal om volop bij te gniffelen en elke keer weer leuke details in te ontdekken. [Eva Jacobs]
Verberg tekst