Het eiland Tenerife, het grootste van de Canarische Eilanden, is het onderwerp van deze oorspronkelijk Nederlandstalige reisgids. De samenstelster woont er al jaren en is nog steeds enthousiast over haar eiland. Ze probeert dit over te brengen door middel van verhalende teksten en vele kleurenfoto’s. Ze begint met een uitvouwbare overzichtskaart (zonder meetstok), gevolgd door beschrijvingen over de warme westkust, de zuidelijke bergdorpen, de winderige oostkust, de grote steden als Santa Cruz, San Cristobal en Mesa Mota, het groene noorden, het nationale vulkanenpark Las Canadas del Teide en tenslotte het buureiland La Gomera. Enkele afsluitende opmerkingen over de natuur, geschiedenis, en pretparken beslaan het laatste hoofdstuk. Een woordenlijst en index vindt men aan het einde van de gids, die opvalt door zijn kleurige karakter, maar niet uitmunt in – soms ook nodige – feitelijke informatie.