Kyoto, Japan, 1609. Tijdens een nachtelijke aanval vermoordt een ninja met één groen oog de jonge Masamoto Tenno in zijn eigen huis. Twee jaar later belandt de driemaster 'Alexandria' na een uitputtende tocht in een storm. Aan boord bevindt zich de 12-jarige Jack, zoon van de opperstuurman John Fletcher. Het schip, dat zeilt in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, lijdt schipbreuk op de Japanse kust, en in een beschutte baai kalefatert de bemanning het vaartuig met man en macht op. Voor ze kunnen uitvaren, worden ze echter overvallen door een bijzondere mengeling van piraten en ninja's, die een slachting aanrichten onder de opvarenden. De aanvoerder, de al vermelde ninja met één groen oog, neemt Jack in een wurggreep en doorsteekt John. Jack kan zich echter loswrikken, en vooraleer de ninja hem opnieuw kan beetpakken, laat een van de Hollandse matrozen het schip in de lucht vliegen. Wanneer Jack weer bijkomt, ligt hij met hoge koorts in een Japanse woning. Zijn herinnering…
Lees verder
Kyoto, Japan, 1609. Tijdens een nachtelijke aanval vermoordt een ninja met één groen oog de jonge Masamoto Tenno in zijn eigen huis. Twee jaar later belandt de driemaster 'Alexandria' na een uitputtende tocht in een storm. Aan boord bevindt zich de 12-jarige Jack, zoon van de opperstuurman John Fletcher. Het schip, dat zeilt in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, lijdt schipbreuk op de Japanse kust, en in een beschutte baai kalefatert de bemanning het vaartuig met man en macht op. Voor ze kunnen uitvaren, worden ze echter overvallen door een bijzondere mengeling van piraten en ninja's, die een slachting aanrichten onder de opvarenden. De aanvoerder, de al vermelde ninja met één groen oog, neemt Jack in een wurggreep en doorsteekt John. Jack kan zich echter loswrikken, en vooraleer de ninja hem opnieuw kan beetpakken, laat een van de Hollandse matrozen het schip in de lucht vliegen. Wanneer Jack weer bijkomt, ligt hij met hoge koorts in een Japanse woning. Zijn herinneringen komen in flarden terug.
Voor Jack begint een langzaam herstel en de initiatie in een vreemde wereld. De jongen verstaat niets van de taal en nog minder van de vreemde gebruiken. Zo steken ze hem in bad, terwijl toch iedereen weet dat baden ongezond zijn. Het voedsel is vreemd, en de mensen zijn nog vreemder.
Dan keert de heer des huizes terug, de beroemde zwaardmeester Masamoto Takeshi. Uit Jacks beschrijving van de overval leidt Masamoto de identiteit van de groenogige ninja af: het gaat om Dokugan Ryu, Drakenoog, de moordenaar van zijn zoon. Met Yamato, de zoon van de zwaardmeester, traint Jack op de bokken, het houten oefenzwaard, en met diens nichtje Akiko oefent hij dagelijks zijn Japans. Vlak voor de zwaardmeester andermaal uit Kyoto terugkeert, volgt er weer een nachtelijke aanval van Drakenoog. Jack breekt met zijn bokken de pols van een van de overvallers, maar uiteindelijk moet Masamoto de jongelui redden. Hij neemt Jack, Yamato en Akiko voor alle veiligheid mee naar Kyoto en schrijft hen in in zijn Niten Ichi Ryu, de School van Twee Hemelrijken. Hier begint Jacks zware training in de bushido, de Weg van de Krijger. Meteen bij zijn aankomst maakt Jack vrienden, maar ook verwoede vijanden, doordat hij als gaijin, barbaar, zondigt tegen elementaire Japanse omgangsregels. Ondanks de steun van Akiko en enkele nieuwe vrienden, wordt hij als een paria behandeld. De volgende maanden staan volledig in het teken van de opleiding tot samoerai, en de verwikkelingen die daarmee gepaard gaan. Zo belandt hij in een duel met Yamato, om het later weer goed te maken.
Op Gion Matsuri, een reinigingsfestival, trekken de vrienden gemaskerd door Kyoto. Jack botst op een man met een demonenmasker, en herkent het groene oog van Dokugan Ryu. Ongemerkt volgen ze hem tot in het kasteel van de daimio (leenheer) van Kyoto. Jack, Yamato en Akiko vallen de ninja aan, maar Drakenoog bezorgt Yamato een diepe borstwonde en kan andermaal ontsnappen. De drie krijgen een gepaste beloning voor hun moedig gedrag. Voor Jack zijn dat de eerste zwaarden van Masamoto.
In 43 korte hoofdstukjes ? van drie tot vijf bladzijden ? ontrolt zich het verhaal van Jack Fletchers schipbreuk en zijn kennismaking met een vreemde wereld. Wij beleven en zien de hele inwijding door de ogen van de gestrande vreemdeling. De fragmentarische opbouw heeft zijn voordelen: de geleidelijke inwijding is immers een van de sterke punten van het boek. Oudere lezers herkennen vermoedelijk het recept, dat teruggaat op de veelbesproken televisieserie 'Shogun' (1980) en op de gelijknamige vuistdikke bestseller van James Clavell (1975).
Er kleven echter ook nadelen aan de structuur. De lezer blijft nl. met een hoop vragen zitten: wat is het verband tussen de proloog en de rest van het verhaal, behalve de ninja Drakenoog? Wie huurt hem in om de rutter buit te maken en waarom? Hoe heeft Masamoto zo'n gruwelijk litteken opgelopen? De weg van de krijger is het eerste deel van een trilogie, en de blinde vlekken in het verhaal fungeren als spanningselementen, die ongetwijfeld zullen worden ingevuld in de volgende delen. De inhoud weerspiegelt de ervaring van de auteur, die zelf een gerenommeerd instructeur is in de vechtkunsten. Zijn kennis van en liefde voor de Japanse cultuur spreken uit elke bladzijde. [Jos Martens]
Verberg tekst